Verhalen die niet vergeten mogen worden: 

“De Harley met zijspan op de foto werd gebruikt voor het ophalen en wegbrengen van motoren. In de jaren zestig. De foto’s die je hier ziet zijn gemaakt na een raar ongeval”. 

‘Oom Piet’ oud medewerker Harry Meijer Motoren

  

 “Op zondags gingen we altijd met een aantal fervente Triumph rijders touren. Geregeld gingen we naar een speeltuin voor een kopje koffie en maakte dan gebruik van de speeltoestellen, zo ook die bewuste zondag. Toontje, één van onze maten was altijd voor een geintje te porren. Jan de Dood, een collega van mij had de week ervoor aan Toontje verteld dat hij rijdend op zijn buddyseat kon staan met een snelheid van 80 km per uur. Die zondag na enig vertier in de speeltuin reden we met de groep ter hoogte van ‘De Kromhout Kazerne’ in Utrecht. En ja hoor, wat dacht je, haha, Toontje ging op zijn buddyseat staan. Het ging een hele tijd goed totdat een windvlaag hem van zijn motor afblies. Toontje ging een paar keer over de kop maar stond wonder boven wonder weer op zonder ernstige verwondingen. De motor reed door met een snelheid van 80 km per uur. Hij ging een beetje naar de zijkant van de weg en raakte licht met de voetsteun een paaltje, herstelde zich en ging weer de weg op, haha. Dit ging zeker 800 meter goed. De motor week plots naar de zijkant van de weg, daar stond een betonnen wand van een brug. De Triumph knalde frontaal op de wand met als gevolg, de schade die je ziet op de foto. Toontje’s broek was aan flarden en op zijn benen zaten schaafwonden. Mijn schoonzuster Grietje, droeg, zeker met koude dagen, twee motorbroeken over elkaar. Ze gaf er één aan Toontje zodat hij niet met blote benen bij één van ons achterop de motor hoefde, haha! Beduusd hebben we ergens een kop koffie gedronken, plan de campagne gemaakt en naar huis gereden. We spraken af om de volgende dag de motor te gaan ophalen, met de Harley.  

Zo geschiede, daar aangekomen bleek de motor weg te zijn. Een man wist ons te vertellen dat hij was opgehaald door de politie. We zijn naar het politiebureau gereden waar volgens de man de motor zou moeten staan en ja hoor! Daar stond hij. Toontje kreeg hem mee na het tonen van zijn kentekenbewijs. We hebben hem op de Harley geladen. Ik was de berijder, Toontje zat op de Truimph en Jan de Dood zat op het achter spatbord van de Harley. Ik vond het prachtig, wij, de drie musketiers. Het was inmiddels laat in de avond voordat we vertrokken naar huis. Ter hoogte van Amstelveen zijn we ook nog eens betrokken geraakt bij een ongeluk. Later bleek dat het achterlicht van de Harley stuk was. Een auto achter ons wilde gaan inhalen maar zag op het laatste moment dat het een motor met zijspan was. De automobilist kon ons nog net ontwijken maar zag de tegenligger niet, deze raakte hij aan de zijkant van de auto met flinke schade als gevolg. We zijn ons kapot geschrokken. Gelukkig bleek het alleen maar materiële schade te zijn. Binnen een uur verscheen de politie en werden we meegenomen naar het bureau voor verhoor. Daar moesten we uitleggen wie waar zat, want met z’n drieën op één motor! Hoe dan? Ze begrepen er helemaal niets van maar lieten ons toch gaan zonder bekeuring. Haha, wat een mooi verhaal niet?”